
klein hondje, gróót karakter
Alles over de
Norfolk Terriër
Vrolijk, zelfstandig en ondernemend: met een Norfolk haal je veel karakter in huis. Hier vind je alles wat je moet weten voor je aan dit ras begint.

In het kort
Als je een Norfolk in actie ziet, wordt meteen duidelijk dat dit veel hond in een kleine verpakking is. Met z’n fiere uitstraling, pientere blik, en de staart trots omhoog is het een echte persoonlijkheid. De Norfolk is een stoere jachthond, maar tegelijk een echt gezelschapsdier. Ze zijn onwijs lief, en gek op mensen en kinderen.
Uiterlijk
Norfolk Terriërs zijn samen met de Norwich de kleinste werkende terriërs. Ze zijn compact en functioneel geproportioneerd. Hun bouw is stevig genoeg om tegen een stootje te kunnen, maar licht genoeg om snel en wendbaar te zijn. Een correct gebouwde Norfolk is daarmee uitermate geschikt voor z’n oorspronkelijke functie: jagen op ongedierte.
Grootte en gewicht
De schofthoogte (schouder) ligt doorgaans tussen de 23 en 25 centimeter. Het ideale gewicht ligt tussen de 5 en 7 kilo. Reuen vallen soms wat groter uit dan teven.
Staart
Vroeger werd de staart van de Norfolk gecoupeerd. Sinds 2001 is het couperen van staarten en oren bij honden in Nederland verboden en zie je Norfolks dus niet meer met een kort staartje.
In beweging
Een Norfolk beweegt met kracht en energie. Ze maken voor een klein hondje sterke passen en hebben een flinke ‘drive’ vanuit de achterhand. In tegenstelling tot veel andere hondenrassen blijft de rug van de Norfolk recht tijdens het lopen.


Vacht
De Norfolk heeft een ruwharige vacht (ook wel ‘draadhaar’ genoemd) die, volgens de rasstandaard de volgende kleuren mag hebben: “alle tinten rood, tarwekleurig, zwart met roestbruin (black and tan) of grauw (grizzle)”. Deze vacht helpt de hond bij het reguleren van de temperatuur. En hij beschermt de hond tijdens de jacht. Niet alleen tegen de tanden en klauwen van de prooi, maar ook tegen brandnetels en doornen.
Voor mensen met allergieën
Interessant weetje: veel mensen met allergieën reageren niet of nauwelijks op honden met een ruwharige vacht. Ook verharen ruwharige honden relatief weinig. Hou er wel rekening mee dat geen enkele hond echt volledig hypoallergeen of ‘verhaarloos’ is (inclusief poedels en trendy poedelkruisingen).

Karakter
Norfolks zijn echte hartendiefjes. Samen met de Norwich en Border Terriër hebben ze het zachtste karakter van de terriërgroep. Ze houden van gezelligheid, zijn dol op mensen en goed met kinderen. En dankzij hun grappige fratsen valt er ook altijd wat te lachen.
Sociaal type
Ondanks hun onafhankelijke aard zijn Norfolks gezelschapsdieren pur sang. Ze kunnen prima een paar uurtjes alleen zijn, maar zullen zonder voldoende menselijk contact wegkwijnen. Avondje bankhangen? Of juist samen eropuit? Als jullie maar samen zijn.
Leuke dingen doen
Norfolk Terriërs zijn actieve, avontuurlijke hondjes. En ze vinden veel verschillende dingen leuk om te doen. Waaronder:
- wandelen
- agility (behendigheid)
- speuren, detectie en mantrailing
- hersenwerk
- terriërwerk en jacht
- suppen
- canicross (hardlopen met de hond)
- canitrail (hiken met de hond)
- coursen (rennen achter een lokaals dat over een veld getrokken wordt)


Jachtdrift
Norfolk Terriërs zijn intelligent, zelfstandig en dapper genoeg om ongedierte als ratten aan te vallen. Maar ze kunnen ook jagen op konijnen en vossen.
Jagen zit bij Norfolks in het DNA. Het zijn pittige hondjes; echte doorzetters met een grote jachtdrift. Hebben ze hun prooi eenmaal in het vizier, dan ligt de focus bijna alleen maar op het vangen en doden ervan.
Norfolks zijn boven en onder de grond felle jagers, maar geen ongeleide projectielen. Met hun grote zelfdenkende en -lerende vermogen zijn ze verstandig genoeg om niet onbesuisd te werken. Die intelligentie gecombineerd met hun moed komt zowel in het graan als in het vossenhol perfect van pas.
Met andere honden en katten
Omdat Norfolks gefokt zijn om in groepen werkten, horen ze ook vandaag de dag tolerant te zijn naar andere honden. Veel Norfolks kunnen dan ook goed met andere hondjes opschieten. Grotere honden vinden ze soms spannend, en ze kunnen dan wel eens reactief zijn. Hier kan training bij helpen, dus sluit je aan bij een goeie hondenschool of zoek een gediplomeerd gedragsexpert.
Norfolks en katten
Norfolks zijn niet altijd even goed met katten. Norfolkjes die als pup bij een kat in huis komen te wonen hebben de beste ‘slagingskans’. Buitenshuis zien ze katten wel eens aan voor prooi, dus blijf goed opletten.


Blaffen en ’terriërgeluiden’
Norfolk Terriërs zijn over het algemeen geen keffertjes. Maar ze kunnen wel waaks zijn, en hebben dan een grotere blaf dan hun formaat doet vermoeden. Ook kunnen ze bij verveling dingen gaan zoeken om naar te blaffen.
Norfolks zijn alerte, scherpe hondjes die soms grote gevoelens ervaren. Denk aan blijdschap, spanning, frustratie, maar ook passie. Dat uit zich wel eens in typische ’terriërgeluiden’: piepen, pruttelen, kreunen, grommen, jammeren of janken. Soms zachtjes, soms hard. Iets om rekening mee te houden!

Opvoeding
Met hun grappige, ondeugende streken krijgen Norfolks je als geen ander aan het lachen. Maar voordat je het weet heeft die eigenwijze Norfolk jou opgevoed in plaats van andersom! Je hoeft heus geen drilsergeant te zijn, maar wel duidelijk en consequent. Zonder te schreeuwen naar je Norfolkje of hem fysiek de les te lezen. Ja, het zijn stoere hondjes, maar ze kunnen ook gevoelig zijn. Ruw met je Norfolk omgaan zal dan ook een averechts effect hebben. Wat wel werkt? Een band opbouwen! Dat doe je door samen te trainen, erop uit te gaan en leuke dingen te doen.
Socialisatie
Neem je een pup in huis, dan is het belangrijk om tijdens de puppytijd een goede basis te leggen. Socialiseer je hondje dus goed. Dat houdt niet in dat je Norfolk alle andere honden, mensen en situaties allemaal maar leuk moet vinden! Socialisatie houdt in dat je hondje zich op zijn of haar gemak voelt in allerlei soorten situaties. En dat hij of zij neutraal is naar andere honden.
Investeer in je beestje
Andere tip: leer het ras en het unieke karakter van je hondje goed kennen. Hoe kun je dat zelflerend vermogen benutten? Wat motiveert jouw hond? Investeer in je beestje, heb geduld, hou vol en dan is een Norfolk echt prima op te voeden.
Fysieke en mentale uitdaging
Laat je niet foppen door die korte beentjes! Norfolk Terriërs zijn actieve, intelligente honden die fysiek en mentaal uitgedaagd moeten worden. Steeds hetzelfde blokje om verveelt ze al snel. Je hoeft heus niet iedere dag uren met je Norfolk aan het werk te zijn, maar ga wel regelmatig met ze aan de slag of op stap! Vervul je hun behoefte, dan zal je een rustig, gezellig hondje in huis hebben.
Loslopen
Met consequente opvoeding vanaf pups af aan kunnen de meeste Norfolks prima loslopen. Ze houden je echt wel in de gaten! Maar – en dit is een grote maar – weet wanneer het kan, en wanneer je je hondje beter aangelijnd kunt laten.
Zo moet je een Norfolk nooit in een woonwijk of naast een weg los laten lopen. Ze kennen geen gevaar en springen zo voor een auto. Sommige Norfolks willen ook wel eens jagen op scooters, fietsers of hardlopers, met alle gevolgen van dien. En herken de signalen van de jachtdrift. Is je Norfolkje iets op het spoor? Dan kun je hem of haar beter even aangelijnd houden.
Hoe betrouwbaar je hondje ook is, hij of zij kan er natuurlijk altijd alsnog vandoor gaan. Of-ie nou achter een stel eenden aanstuift of uit angst wegvlucht. Daarom kunnen we een speciale GPS-tracker voor honden als Tractive aanraden. Daarmee kun je je maatje altijd weer opsporen.


Algemene verzorging
Norfolks zijn relatief makkelijk in de verzorging. Let op hun gewicht, geef ze voldoende beweging en mentale uitdaging, hou de nageltjes bij en probeer iedere dag de tandjes te poetsen (hondentandpasta kan, maar hoeft niet). En zorg er natuurlijk voor dat je je hondje tijdig ontwormt en ontvlooit.
Vachtverzorging
Één keer per week even borstelen volstaat meestal. Wassen met shampoo hoeft eigenlijk alleen als de hond echt heel vies is. Sterker nog: vaak wassen met shampoo wordt afgeraden voor honden met een ruwharige vacht.
Plukken of strippen
De ruwharige vacht van een Norfolk mag nooit worden geschoren (al zijn er natuurlijk uitzonderingen vanwege leeftijds- of gezondheidsredenen). In plaats daarvan moet hij met de hand worden geplukt of gestript. Geen zorgen, dit doet geen pijn!
Het verschil tussen plukken en strippen? Met plukken wordt de ruwharige vacht helemaal tot aan de zachte ondervacht verwijderd. Meestal is dit één à twee keer per jaar nodig. Bij het strippen worden alleen de dode ruwe haren uit de vacht verwijderd. Zo blijft je hondje toch die ‘scruffy’ look hebben. Strippen moet wel wat vaker gebeuren: zo’n drie à vier keer per jaar. Als de dode haren niet met de hand worden verwijderd, gaan ze op een gegeven moment jeuken.
Plukken en strippen kun je zelf leren, maar er zijn ook trimsalons die deze dienst aanbieden. Belangrijk om je puppy vroeg aan de trimsalon te laten wennen! Veel trimsalons bieden voor pups vanaf twaalf weken een ‘puppywenbeurt’ aan. Maak daar gebruik van!
