Verenigingsfokreglement

Wat is een Verenigingsfokreglement?

Het Verenigingsfokreglement (VFR) bestaat uit zorgvuldig opgestelde regels. Iedere rasvereniging, dus ook de Norfolk Terriër Club Nederland, maakt een eigen VFR voor hun ras. Daarbij moet het vaste format van de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied van Nederland gebruikt worden. Alle fokkers die aangesloten zijn bij een rasvereniging moeten zich houden aan het VFR. Of dat ook daadwerkelijk gebeurt wordt gecontroleerd door de rasvereniging. En de rasvereniging zorgt ook voor de handhaving van het VFR.

Waarom is dit belangrijk voor pupkopers?

Koop je een pup bij een fokker die is aangesloten bij een door de Raad van Beheer erkende rasvereniging, zoals de Norfolk Terriër Club Nederland, dan kun je ervan uitgaan dat het VFR wordt nageleefd. Dat betekent dat je fokker extra aandacht besteedt aan een aantal zaken. Waaronder het welzijn en gezondheid van de honden en pups, het temperament, gedrag en het exterieur (correctheid van het uiterlijk). Ook kun je ervan uitgaan dat er afspraken zijn gemaakt over de overdracht van de pup aan nieuwe eigenaren. Weten dat je fokker zich aan het VFR houdt geeft je dus een extra zekerheid bij het kopen van een pup.

Toelichting Verenigingsfokreglement Norfolk Terriër Club Nederland

De voor het VFR relevante artikelen in het Kynologisch Reglement (KR), ofwel het Basisreglement Welzijn & Gezondheid (BWG), zijn met meerderheid van stemmen door de bij de Raad van Beheer aangesloten verenigingen aangenomen. Deze artikelen zijn per definitie verplicht.

De rasvereniging, in dit geval de Norfolk Terriër Club Nederland (NTCN), kan bij de artikelen zien wat de mogelijkheden zijn. Het is mogelijk om artikelen te verzwaren. Ook mogen nieuwe artikelen worden toegevoegd, mits ze niet in strijd zijn met het KR.

De naleving van het KR wordt gecontroleerd door de Raad van Beheer.

Officieel Verenigingsfokreglement Norfolk Terriër Club Nederland 

1. Algemeen

1.1 Algemene informatie

Dit Verenigingsfokreglement voor de Norfolk Terriër Club Nederland, hierna te noemen de rasvereniging, beoogt bij te dragen aan de behartiging van de belangen van het ras Norfolk Terriër zoals deze zijn verwoord in de statuten en het huishoudelijk reglement van de rasvereniging. Dit Verenigingsfokreglement is goedgekeurd door de algemene ledenvergadering van de rasvereniging op 12 april 2025. Inhoudelijke aanpassingen van het Verenigingsfokreglement kunnen uitsluitend plaatsvinden met instemming van de algemene ledenvergadering van de rasvereniging. 

1.2 Voor wie dit geldt

Dit Verenigingsfokreglement geldt voor alle leden van de rasvereniging. 

1.3 Doorvoering en naleving

Het bestuur van de rasvereniging dient de door de algemene vergadering van de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vastgestelde wijzigingen van het KR, die betrekking hebben op dit VFR en een verzwaring of aanscherping van de regelgeving betreffen, terstond hierin door te voeren. In tegenstelling tot het gestelde in artikel 1.1 behoeven deze wijzigingen niet de goedkeuring van de algemene vergadering van de rasvereniging. Dit ontslaat het individuele lid en de individuele fokker niet van de plicht, zelf op de hoogte te zijn en te blijven van recente wijzigingen in het KR, ook als het bestuur van de rasvereniging hier in gebreke blijft. Ieder individueel lid en individuele fokker is en blijft te allen tijde zelf verantwoordelijk voor naleving van het KR, wettelijke en overige regelgeving.

1.4 Inschrijving Nederlands Hondenstamboek

Inschrijving van een nest in het Nederlands Hondenstamboek (NHSB) door de Vereniging Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland vindt plaats conform de regels zoals vastgelegd in het KR. 

2. Fokregels

2.1 Een teef mag niet worden gedekt door haar grootvader, vader, broer, halfbroer, zoon of kleinzoon. 

Voor pups die uit een in het NHSB ingeschreven teef geboren zijn als gevolg van een dekking die heeft plaatsgevonden in strijd met dit artikel wordt de opname in de Nederlandse stamboekhouding geweigerd. (Artikel VIII.2 KR en Artikel III.14 lid 1l KR). 

Naast bovenstaande verwantschappen zijn ook de volgende combinaties niet toegestaan:

2.2 Oudercombinaties

Dezelfde oudercombinatie is maximaal vijf keer toegestaan. 


2.2.1. Voorwaarden herhalen van combinaties

Het herhalen van de combinatie is slechts toegestaan indien er zich in het eerste nest binnen 24 maanden géén bewezen erfelijke problemen en geen levershunt hebben geopenbaard.

2.3 Aantal reuen per dekking

Een teef tijdens mag tijdens een en dezelfde loopsheid door één extra reu worden gedekt. 

2.4 Minimumleeftijd reu

De rasvereniging heeft geen minimale leeftijd voor de reu vastgesteld.

2.5 Aantal dekkingen

De rasvereniging heeft geen maximum aantal dekkingen vastgesteld. 

Als geslaagde dekking in Nederland geldt een dekking waaruit minimaal één levende pup is voortgekomen en ingeschreven is in het NHSB. In bijzondere omstandigheden zal een nest niet worden ingeschreven in het NHSB (KR artikel III.14 en KR artikel III.14A). Ook dan wordt uitgegaan van een geslaagde dekking. Indien sperma van de reu wordt gebruikt voor kunstmatige inseminatie (KI) staat dit voor het bepalen van het maximale aantal dekkingen gelijk aan een natuurlijke dekking. 

2.6 Cryptorchide en monorchide reuen

Cryptorchide of monorchide reuen zijn uitgesloten van de fokkerij. De fokker of eigenaar kan voor deze reuen een fokverbod of Limited Registration aanvragen.

2.7 Gebruik buitenlandse reuen

2.7.1 Gezondheid- en screeningsregels buitenlandse reu

Wanneer voor een dekking een buitenlandse reu met een door de FCI erkende stamboom wordt gebruikt, dan voldoet deze reu bij voorkeur aan dezelfde gezondheid- en screeningsregels die voor een Nederlandse reu gelden. 

Een buitenlandse reu die lijdt aan een aandoening die volgens dit VFR fokuitsluitend is mag niet worden gebruikt voor een dekking in Nederland. 

2.8 Kunstmatige inseminatie (KI)

2.8.1 Kunstmatige inseminatie met sperma van een levende reu

Wanneer voor KI het sperma gebruikt wordt van een nog levende reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de reu zou zijn. 

2.8.1 Kunstmatige inseminatie met sperma van een overleden reu

Wanneer voor KI het sperma gebruikt wordt van een overleden reu, dan gelden voor deze dekking de regels van dit Verenigingsfokreglement alsof het een natuurlijke dekking van de reu zou zijn. Onderzoeken met een beperkte geldigheidsduur moeten ten tijde van het afnemen van het sperma aan de voorwaarden voldoen.

Wanneer voor KI het sperma gebruikt wordt van een overleden reu en de regelgeving in het VFR uitgebreider en/of zwaarder is dan toen de reu nog in leven was, dan gelden de volgende aanvullende regels: 

  • De overleden reu moet gedurende zijn gehele leven minimaal voldaan hebben aan de in die periode geldende gezondheidsregels voor het ras in het land waar de reu was ingeschreven. 
  • Het sperma van een overleden reu, waarvan bekend is dat hij leed aan een door een dierenarts vastgestelde aandoening die volgens het huidige VFR fokuitsluitend is, mag niet voor KI worden gebruikt.

3. Welzijnsregels

3.1 Minimumleeftijd teef

Een teef mag niet worden gedekt tot de dag waarop zij de leeftijd van 16 maanden heeft bereikt. 

3.2 Maximumleeftijd teef eerste nest

Een teef waaruit niet eerder pups zijn geboren mag niet worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 72 maanden heeft bereikt. 

3.3 Maximumleeftijd teef

Een teef waaruit eerder pups zijn geboren mag niet meer worden gedekt na de dag waarop zij de leeftijd van 108 maanden heeft bereikt. 

3.4 Maximum aantal nesten

Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar vijfde nest is geboren.

3.5 Minimale periode tussen twee nesten

Er moet minimaal 12 maanden tussen twee nesten zitten. Een teef mag dan ook niet worden gedekt als deze dekking tot gevolg heeft dat tussen de geboortes van twee opeenvolgende nesten van deze teef geen termijn van tenminste 12 maanden zit. 

3.6 Maximum aantal keizersnedes

Een teef mag niet meer worden gedekt na de dag waarop haar tweede nest met behulp van een keizersnede is geboren.

4. Gezondheids- en screeningregels

4.1 Gezondheids- en screeningsonderzoeken

Minstens één van de ouderdieren moeten voorafgaand aan de dekking in het bezit zijn van een geldige uitslag van de in het VFR verplichte gezondheids- en/of screeningsonderzoeken. De uitslagen van de geadviseerde en verplichte gezondheids- en screeningsonderzoeken moeten voldoen aan de in artikel 4.4 opgenomen criteria. 

4.2 Verplichte gezondheids- en screeningsonderzoeken

In het kader van de preventie van gezondheidsproblemen moeten één of beide ouderdieren voorafgaand aan de dekking onderzocht zijn op: 

  • Levershunt (Porto Systemische Shunt).

4.3 Gezondheids- en screeningsonderzoeken

De volgende onderzoeken wordenverplicht:

  • Pups moeten gecontroleerd worden op PSS (levershunt) voordat zij naar de nieuwe eigenaars gaan.
    Indien er op wetenschappelijke basis is/wordt vastgesteld dat bij de nakomelingen van bepaalde ouderdieren erfelijke gebreken aanwezig zijn, zal het bestuur contact opnemen met de fokker(s) en/of de eigenaar met het verzoek om een onderzoek door een deskundige te laten instellen. Op grond van dit onderzoek zal in overleg met de fokker(s) een geadviseerd gezondheidsscreeningsonderzoek komen.

4.4 Criteria waaraan de gezondheids- en/of screeningsonderzoeken moeten voldoen

De genoemde gezondheids- en/of screeningsonderzoeken moeten uitgevoerd zijn of worden door een specialist interne geneeskunde bij een gezelschapsdierenkliniek. 

4.5 Resultaten van gezondheids- en screeningsonderzoeken

Honden met de volgende uitslagen mogen niet ingezet worden voor de fokkerij:

  • Honden die lijden aan PSS en op dieet zijn.
  • Honden die geopereerd zijn aan PSS.
  • Ouderhonden die in verschillende nesten 2 keer (of vaker) een pup met levershunt hebben geproduceerd.

4.6 Aandoeningen

Met honden die lijden aan een of meer van onderstaande aandoeningen mag niet worden gefokt:

  • Epilepsie.

Met honden die lijden aan een ziekte of afwijking die volgens gangbare veterinaire normen als chronisch en/of erfelijk beschouwd wordt mag ook niet worden gefokt.

5. Gedragsregels

5.1 Karaktereisen

Minstens één van de ouderdieren moet voldoen aan de karaktereisen zoals die in de FCI-rasstandaard zijn beschreven. 

5.2 Verplichte gedragstest

Voor dit ras is een verplichte gedragstest niet van toepassing.

6. Werkgeschiktheid

6.1 Voor dit ras zijn er geen werkgeschiktheidseisen van toepassing. 

7. Exterieurregels

7.1 Diskwalificerende of uitsluitende fouten

Met honden die één of meer van onderstaande volgens de FCI rasstandaard diskwalificerende of uitsluitende fouten vertonen mag niet worden gefokt:

  • Niet-sluitend gebit.
  • Ernstige over-of onderbeet.
  • ‘Fluffy’ vacht.

7.2 Kwalificatie of fokgeschiktheidskeuring

Beide ouderdieren moeten voor de eerste dekking minstens één keer hebben deelgenomen aan een door de Raad van Beheer- en/of FCI-gereglementeerde expositie. Daar moeten ze minimaal de kwalitifcatie Zeer Goed hebben behaald. 

Of beide ouderdieren moeten voor de eerste dekking minimaal één keer hebben deelgenomen aan een exterieurkeuring georganiseerd door de rasvereniging. Daar moeten ze minimaal de beoordeling Zeer Goed of een kwalificatiecertificaat hebben behaald. 

Voor buitenlandse reuen (die dus niet in Nederland wonen) is een nationale exterieurkeuring in het land waar de reu woont toegestaan.

8. Regels welzijn pups

8.1 De fokker zorgt voor een goede huisvesting, voeding en verzorging van moeder en pups. 

8.2 De fokker zorgt voor een deugdelijke bescherming van de pups tegen infectieuze aandoeningen volgens gangbare veterinaire inzichten. En voor een volledig door de dierenarts ingevuld en ondertekend EU-dierenpaspoort. De pups moeten voorzien zijn van een unieke ID-transponder voordat zij het nest mogen verlaten. 

8.3 De fokker zorgt voor een goede socialisatie van de pups. 

8.4 De pups mogen niet eerder dan de leeftijd van 7 weken en 0 dagen van hun moeder gescheiden worden. 

8.5 Extra afspraken: geen.

8.6 De pups moeten voordat zij naar de nieuwe eigenaar de volgende screeningsonderzoeken hebben gehad:

  • De test op levershunt (PSS).

9. Sanctiebeleid

9.1 Het sanctiebeleid van de vereniging is opgenomen in de statuten en/of het huishoudelijk reglement.

9.2 In alle gevallen waarin de overtreding van het VFR Art. 1 tot en met 8 leidt tot een uitspraak van het Tuchtcollege van de Raad van Beheer, houdt het bestuur van de NTCN zich in beginsel aan die uitspraak. Ook handhaaft het bestuur van de NTCN de opgelegde diskwalificatieduur.

10. Slot- en overgangsbepalingen

10.1 Dit reglement is niet van toepassing op nesten die geboren worden uit een teef die op of voor de dag waarop dit reglement in werking treedt gedekt is. 

10.2 Gezondheids- en screeningsuitslagen, exterieur-, gedrags- en/of werkkwalificaties die zijn afgegeven en/of voor de inwerkingtreding van dit reglement hebben plaatsgevonden, worden geacht onder de werking van dit reglement te zijn inbegrepen. 

10.3 In bijzondere gevallen kan het bestuur van de rasvereniging bij een besluit met betrekking tot het toestaan van een bepaalde combinatie afwijken van dit VFR, mits dit de belangen van het ras dient. Een besluit op basis van dit lid wordt met redenen onderbouwd naar de leden van de vrasereniging gecommuniceerd.

11. Inwerkingtreding

11.1 Na goedkeuring door het bestuur van de Raad van Beheer (Artikel 10 HR en Artikel VIII.5 + VIII.6 KR) treedt dit VFR in werking op een door de rasvereniging bepaalde dag nadat het op een voor de vereniging gebruikelijke wijze is gepubliceerd. 

Aldus vastgesteld door de Algemene Ledenvergadering van de Norfolk Terriër Club Nederland op 12 april 2025. 

De voorzitter, de secretaris 

Mark Klerks, Ingrid van Loon